Je ziet ze dagelijks voor de klas; docenten. En je hebt natuurlijk je mening klaar over wie goed is en wie niet. Heb je er ooit wel eens bij stilgestaan wat maakt dat een docent goed is?
Lesgeven is een vak apart. Je moet niet alleen goed zijn in je vakgebied, maar je moet het ook nog geloofwaardig over kunnen brengen, de klas aan je binden en zorgen voor rust. En dat terwijl 30 leerlingen eigenlijk geen zin in je les hebben. Ze gaan liever chillen.
En dan moet je ook nog een rolmodel zijn. De docent geeft het goede voorbeeld. Ontfermt zich over diegenen die het nodig hebben en bestraft anderen die de regels overtreden. Niet alleen de regels in de klas, maar ook die op school en in de maatschappij. De eigen emoties mogen niet naar voren komen.
In dit klimaat geeft een docent les. Of het nu op in het basis of voortgezet onderwijs is. Een vakgebied waar je altijd bezig bent meerdere dingen tegelijkertijd. Kennis en vaardigheden overdracht, het uiterste uit iemand halen, de klas onder controle houden en een voorbeeld zijn. Na de les moeten lessen voorbereid worden en overlegd worden met andere docenten. Het werk is bijna nooit klaar. Maar als het allemaal lukt, dan heb je eer op je werk en iemand geholpen om zijn toekomst vorm te geven.
Het onderwijs kan je geven op verschillende scholen:
Basis Onderwijs: lesgeven aan de kinderen op de basisschool. Alle vakken aan 1 klas.
Voortgezet Onderwijs: lesgeven in 1 vak aan meerdere klassen per dag op vmbo, havo, vwo of mbo.