Bij biologie worden alle levende organismen bestudeerd op onder andere het gebied van structuur, groei, functie en oorsprong. Je doet onderzoek naar de grootste gevaarlijkste dieren of naar de heel kleine cellen waar elk levend wezen uit bestaat. Maar ook de werking van de hersenen, klimaatverandering en gentherapie. De rol van genen bij erfelijkheid en hoe eigenschappen voortkomen uit ontwikkeling. Van de moleculaire biologie tot en met het ecosysteem dus. Omdat het allemaal zoveel is ga je je specialiseren.
Bij biomedische wetenschappen draait het om cel- en lichaamsprocessen van zowel zieke als gezonde dieren en mensen. Je doet onderzoek naar bacteriën en virussen om er zo achter te komen hoe sommige ziekten ontstaan en worden verspreid. Natuurlijk doe je daarna onderzoek naar wat de samenstelling van deze bacteriën en virussen ons kan vertellen over de bestrijding en voorkoming van deze ziektes.
Binnen deze sectoren heb je de volgende takken:
Bioloog: het bestuderen van levende organismen en ecosystemen.
Biomedisch wetenschapper: het bestuderen van cel- en lichaamsprocessen om zo meer te weten te komen over ziektes